Hoogeveen

Maandag konden mensen die meer wilden weten over de toekomst van Bethesda naar een discussieavond in het ziekenhuis, georganiseerd door de SP. Als inleiding schetste Henk van Gerven, SP-tweedekamerlid, de moeilijkheden waarvoor ziekenhuizen zich gesteld zien in dit tijdperk van marktwerking. Hij sloot dit af met een oproep aan Hoogeveen om zich sterk te maken om hun ziekenhuis te kunnen houden.

Bestuurder Kees van Donkervoort sloot aan bij die moeilijkheden en vertelde over de keuzes waar het ziekenhuis zich voor gesteld ziet. Concentratie en efficiency is een antwoord op de volumenormen die tegenwoordig worden gesteld. Een deel van de zorg zal gecentraliseerd moeten worden, de behandeling kan dichtbij plaats blijven vinden. Het liefste bouwt Leveste een nieuw ziekenhuis halverwege. De ziekenhuizen in Emmen en Hoogeveen worden dan allebei alleen nog voor polyklinische- en dagbehandeling gebruikt. Het is echter mogelijk dat de financiering niet rond komt. Het ligt dan voor de hand dat Bethesda inkrimpt, en dat het Scheperziekenhuis gaat uitbreiden.

Uit de zaal werden soms kritische vragen gesteld. 'Het wordt gebracht of de vernieuwingen nodig zijn in verband met de kwaliteit maar heeft het niet meer te maken met de kosten? En dan is het toch niet logisch om een nieuw ziekenhuis te bouwen? Is de kwaliteit van ons ziekenhuis nu niet goed?' Op de reactie van bestuurder Donkervoort dat de overheid moet zorgen voor duidelijkheid over wat in het basispakket moet blijven reageerde het Tweedekamerlid dat de prijs van de zorg hoe dan ook betaald moet worden. Iedereen vindt dat iedereen recht heeft op ziekenhuiszorg. Of we dat met zijn allen betalen via de overheid, of dat patiënten dat zelf betalen via de verzekering is een politieke keuze. Er is in ieder geval nog niet gebleken dat de marktwerking heeft geleid tot goedkopere zorg.

In het slotwoord van de panelleden hoopt mevrouw de Vries namens de OR van Bethesda dat de H van Hoogeveen blijft staan voor het Hospitaal van Hoogeveen. Van Gerven gaf aan dat als blijkt dat andere kleine ziekenhuizen kunnen blijven bestaan, dat de samenleving in Hoogeveen ook alles op alles moet zetten om er voor te zorgen dat Hoogeveen een volwaardig ziekenhuis houdt.